Van Heidelberg naar Holland

[nr.033] Miniatuur skutsje - 1997 Van de stamvader van de Brunings, Christiaan, is alleen bekend dat hij rond 1690 in Heidelberg getrouwd is met Aletta (Metta) Meyer. Christiaan Brunings was, waarschijnlijk aan de universiteit van Heidelberg, professor in de theologie. Er zijn aanwijzingen dat hij pas op latere leeftijd is gaan studeren. Mogelijk is hij eerst koopman geweest. Heidelberg en zijn universiteit spelen een belangrijke rol in het dan bloeiende protestantisme. De hoogleraren in de theologie van de Heidelbergse universiteit zijn toonaangevend in de geloofsleer en de verdere ontwikkeling van het protestantisme en de diverse stromingen daarbinnen. De ‘Heidelbergse catechismus’ is bij de gereformeerden in ons land nog steeds de leidraad voor hun geloofsbeleving. Van professor Christiaan Brunings zijn geen geschriften gevonden. Ook over zijn persoonlijk leven is weinig bekend. De kinderen uit zijn huwelijk met Aletta Meyer zijn wel te traceren. Door hen ontstaat ook de relatie met Nederland. Het blijkt dat alleen de oudste zoon, Heinrich Christiaan, in Heidelberg blijft. Net als zijn vader is hij hoogleraar in de theologie.

Kinderen

Heinrich Christiaan is de oudste nazaat van Christiaan Brunings en Aletta Meyer. Hij leeft van 1702 tot 1796 en trouwde twee keer. Zijn eerste huwelijk is met Susanna Kuhn, het tweede met Anna M. Gruber. Hij krijgt een zoon, Gottfried Christiaan Brunings, die dominee wordt. Grappig is dat Gottfried’s zoon Christiaan Brunings junior (1756 – 1826) in Nederland werkt als hoofdingenieur der waterstaat. Hij is de achterneef van Christiaan Brunings (senior) die u hier verder als de grondlegger van Rijkswaterstaat ontmoet. Op Heinrich Christiaan als oudste zoon van het echtpaar Christiaan Brunings – Aletta Meyer volgt dan een qua naam onbekende dochter, getrouwd met N. Beyer. Hun zoon dominee Carl Jacob Beyer wordt predikant van de Hoogduitse kerk in Amsterdam. Er volgen nog meer Nederlandse betrekkingen, want zoon David Brunings (1704 – 1749) treedt in het huwelijk met Elisabeth Margaretha Six, telg uit het bekende Amsterdamse patriciërsgeslacht. David is predikant in het Duitse Nieder-Flörsheim, daarna in Mannheim-Neckerau en als laatste in de Amsterdamse Hoogduitse kerk, net als zijn neef Carl Jacob Beyer. David’s dochter Elisabeth Christina Brunings trouwt met Herman Draveman, azijnmeester te Haarlem. Zoon Christiaan (geboren in 1736, overleden in 1805) was directeur-generaal waterstaat (of, zoals het officieel zo prachtig heet: directeur-generaal ’s Lands Rivieren en Zeewerken) en ligt begraven in de Haarlemse Sint Bavo.

Grondlegger Rijkswaterstaat

Deze Christiaan is voor alles wat met de Nederlandse waterstaat te maken heeft van bijzondere betekenis geweest. Hij werd op 3 november 1736 in het Duitse Neckerau geboren waar zijn vader David predikant is. Na het gymnasium studeert hij aan de universiteit van Heidelberg, maar moet door geldgebrek zijn studie afbreken. Christiaan verhuist naar Nederland en vindt werk in de azijnmakerij van zijn zwager Herman Draveman in Haarlem. Hij ontmoet er Jan Noppen (1706 – 1764), de broer van de overleden eerste vrouw van Draveman, Maria Noppen. Noppen is de oprichter van het Hoogheemraadschap van Rijnland. Noppen wordt Christiaan’s leermeester en onderwijst hem in de wis- en natuurkunde, muziek, astronomie en de waterbouwkunde. Christiaan neemt gretig alle kennis op. Als Noppen in 1764 overlijdt, volgt zijn leerling en nu waterbouwkundige Christiaan Brunings hem op 25 mei 1765 in diens functie op. Bovendien trouwt hij in 1766 met Ida Catherina Noppen, de dochter van zijn leermeester. Tragisch genoeg overlijdt Ida twee jaar later in 1768, na het leven te hebben geschonken aan een dochter, ook Ida genoemd. In 1769 wordt Brunings inspecteur-generaal van ’s Lands rivieren. Zijn aandacht gaat vooral uit naar de waterhuishouding van de bovenrivieren. In 1798 volgt dan zijn benoeming tot hoofd van het bureau voor Waterstaat, de voorloper van het huidige Rijkswaterstaat. Christiaan Brunings was in totaal meer dan dertig jaar hoofd van de Nederlandse Waterstaat. Vanaf 1800 fungeerde hij als inspecteur-generaal van de Waterstaat der Bataafsche Republiek en vanaf 1805 als directeur van ’s Lands Rivier- en Zeewerken. Brunings speelde een belangrijke rol in de onderhandelingen tussen de koning van Pruisen en de gewesten Holland en Gelderland over de verdeling van het Rijnwater over Waal, Nederrijn en IJssel. In 1771 werd na 22 jaar onderhandelen een verdrag gesloten over deze Rijnwaterverdeling. Het was de eerste stap in het internationaal overleg over waterstaatszaken.

Tachometer

Christiaan Brunings is ook de uitvinder van de tachometer, een instrument voor het meten van stroomsnelheden. Hij woonde in Halfweg op het huis ‘Zwanenburg’. Geïnteresseerd in alle zaken rond het weer deed hij daar meteorologische waarnemingen. De grondlegger van het huidige Rijkswaterstaat was onder meer betrokken bij de verbeteringen van de waterkeringen langs de Rijn. De regelmatige doorbraken in de aanwezige waterkeringen veroorzaakten tot in Holland grote schade. Christiaan overleed in Den Haag op 16 mei 1805. De grote betekenis van Christiaan Brunings voor de ontwikkeling van de Nederlandse waterhuishouding staat kernachtig weergegeven op zijn grafsteen in de Grote- of St. Bavokathedraal in Haarlem. “Nederlands Raad- en Beschermheer tegen de Woede der Zee en Stormen”. Het is een uitspraak van zijn leerling en opvolger Frederik Willem Conrad. In 1900 kreeg de nieuwe stoomijsbreker annex directievaartuig van Rijkswaterstaat de naam van Christiaan Brunings. Dit stoomschip “Christiaan Brunings” maakt sinds 1968 deel uit van de collectie varende museumschepen van het Nederlands Scheepvaartmuseum in Amsterdam.

Hermann

Na David wordt in 1708 Hermann geboren, die later trouwt met Anna M. Doelman. Hermann volgt de theologische richting die ook zijn broers zijn gegaan en wordt predikant in het Gelderse Ooy en Persingen. In 1761 wordt hij beroepen naar Hasselt/Kampen en later staat hij ook als predikant te Drachten. Zijn zoon Christiaan Jacob Brunings (1737 – 1794) is dominee en de volgende generatie die van belang is voor de Friese tak van de Brunings-Van der Meulen. Hermann overlijdt in 1777. De jongste van het gezin van Christiaan Brunings en Aletta Meyer is de in 1711 geboren zoon, Johann Melchior. Ook hij studeert theologie en wordt dominee. Van hem is verder alleen bekend dat hij trouwde met Maria P. Womrad, en in 1760 overleed. Van nazaten is niets bekend.