Voorzichtig thuis in Friesland

[nr.257] Roomlepel ajour - Christiaan Jacobs Bruinings - 1877 Het vierde kind van Christiaan Brunings en Aletta Meyer is de voorvader van de ‘Friese’ tak van de Brunings, nu de Van der Meulens. Hermann Brunings werd in 1708 geboren. Hij trouwde met Anna Doelman. Net als zijn vader en zijn broer Heinrich Christiaan studeerde hij theologie, en naar alle waarschijnlijkheid ook in Heidelberg, de plaats waar zijn vader theologie doceerde. Bekend is dat hij predikant is geweest in Ooy en Persingen (Gelderland), rond 1761 beroepen werd naar Hasselt/Kampen en daarna als predikant naar het Friese Drachten vertrok.

Drie dochters

Hermann en Anna krijgen vier kinderen, waarvan drie dochters. De oudste is Leentje, die later trouwt met de organist van de Oude Kerk in Amsterdam, Van Hoven. De tweede is ook een dochter, Elizabeth, die op 15 juni 1803 ongehuwd overlijdt in Drachten. Zij is dus blijven wonen in de laatste standplaats van haar vader, die in Drachten als dominee actief was. Dochter nummer drie is Maria. De dochters Brunings groeiden op in een gezin waar de wetenschap en de theologie een hoofdrol speelden. Ongeletterdheid was in de periode dat zij leefden meer gewoon dan uitzondering. Alleen binnen de betere standen beheerste men het lezen en het schrijven. Daartoe behoorden ook de gezinnen van dominees. Immers, dominee moest de gemeente de Schrift uitleggen. Hoe zou hij dat kunnen als hij niet kon lezen? Scholing was in het gezin Brunings dus vanzelfsprekend. Dat gold voor zowel dochters als zonen. Zo ook derde dochter Maria. Goed opgeleid trouwde ze met Engbert Radinga en was vele jaren hofdame bij gravin Von Trappenbach. Maria sprak vier talen. Ze overleed in Drachten in 1816.

Zoon

Misschien hadden Hermann en Anna de hoop op een stamhouder al opgegeven, maar gedurende de periode dar Hermann predikant is in het Gelderse Ooy en Persingen wordt dan toch als vierde kind en na drie dochters zoon Christiaan Jacob geboren. Ook hij treedt in de voetsporen van vader Hermann en grootvader Christiaan: als jongeling vertrekt hij naar Heidelberg om theologie te studeren. Hij komt terug naar Friesland en wordt er predikant in het Friese Goïngarijp, een dorpje benoorden Joure. Mogelijk daar trouwt hij met Tietje Staak. Christiaan Jacob wordt daarna beroepen naar Herwen, Aerdt en Pannerden in Gelderland. Hij is daar in oktober 1794 overleden. Uit het huwelijk met Tietje Staak worden zes kinderen geboren, waaronder de eerste zilversmid van het geslacht, zoon Ype Staak Brunings.